Chris le Roy                                                                              1884-1969

 

Chris Le Roy was door zijn vader voorbestemd een militaire loopbaan aan de Koninklijke Militaire Academie te gaan volgen. Niets was minder geschikt voor hem, die behalve zijn chronische reuma, een onuitroeibare interesse had in tekenen en schilderen. Hij werd wel een beëdigd officier, maar ontmoette in het westen van het land Floris Verster, expressionistisch schilder, graficus en pastelkunstenaar.

Chris Le Roy wordt geboren in Deventer, maar de Eerste Wereldoorlog brengt hem naar het Westen van het land. Door Verster wordt hij lid van de kunstenaars verenigingen Arti en St. Lucas waar ook Jacques van Mourik en Dirk Ocker lid van waren. Door hen leert hij ook de mensen van de kunstenaarskolonie in Plasmolen kennen, onder andere Leo Niehorster.

In 1926 vestigt hij zich definitief in Nijmegen met zijn vrouw en dochter. Hij wordt tekenleraar aan de Christelijke Normaalschool in Zetten en schrijft een zevendelige leergang tekenen voor de Lagere school. Hij ontwerpt een reeks van 25 natuurkalenders en wordt kunstrecensent van de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant. Hij wordt de drijvende kracht achter de Nijmeegse Kunstkring: In Consten Een en  richt in Doetichem de Streekvolksuniversiteit op waar hij publiceert in ‘De Gids voor den Gelderschen Achterhoek’. In 1939 exposeert hij in een groepstentoonstelling ‘Onze Kunst van Heden’ in het Rijksmuseum van Amsterdam. Hij schrijft een kritiek over het schilderij van Jacques van Mourik: ‘Oude Zielen’. Vanaf die tijd zal hij jarenlang schrijven over het werk van Van Mourik. In 1946 is Le Roy medeoprichter van ‘De Stichting van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars in Nijmegen’, het SBGK. Hij krijgt Eretentoonstellingen in Nijmegen, Arnhem, Rotterdam, Deventer en Mook, en doet mee aan vele groepstentoonstellingen. In 1963 wordt hem een eregeld toegekend in verband met “uw betekenis voor de ontwikkeling voor de Nederlandse Beeldende Kunst”.

Op 13 Mei 1969 overlijdt Le Roy in Nijmegen.

Het bijzondere van Chris Le Roy is  dat hij als autodidact veel grafische technieken heeft onderzocht en in zijn illustraties grote hoogte heeft bereikt. Zijn levenlang bleef hij experimenteren en onderzoeken. Hij maakte steendrukken, maar omdat de te bewerken stenen zo duur waren bedacht hij een techniek om op een zinken plaat hetzelfde te werk te gaan als op de kostbare kalkstenen: de zincografie is geboren. Verder bekwaamde hij zich in de Tweede Wereldoorlog in het maken van gebrandschilderde ramen. Zijn honger naar weten en onderzoeken was groot. Hij was een echte ambachtsman.

Chris Le Roy heeft een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Hij werkte stug door, totdat hij op een dag op de St. Maartensberg door zijn stoeltje zakt, de helling afrolt en gespiest wordt door een kapotgeschoten boomstronk. Uren later pas wordt hij in hevige pijn gevonden. Hij was vol verwondering dat de wereld op zijn kop, het bos gezien vanaf de grond naar boven, veel rijker is dan andersom. Na zijn genezing laat hij zich voortaan met een taxi naar de St. Jansberg rijden en maakt daar zijn ‘Brieven in de Schepping aan de Schepper’. Hij werkt door tot aan het einde van zijn leven.