In de regio:
1916-
(An)toon Heijmans
26-
14-
Woonde in Nijmegen
Opleiding
Les van de Nijmeegse schilder Jan van Vught Thijssen, Akademie voor Beeldende Kunsten (K.T.A.) In
’s-
Zijn ouders merkten zijn talent al vroeg op en ze stelden hem in de gelegenheid les te nemen en de academie te volgen, wat bepalend was voor Heijmans verdere leven. Hij werd tekenleraar in het ambachtsonderwijs, o.a. op technische school de Kronenburg in Nijmegen. Korte tijd werkte hij op de dagschool maar al snel stapte hij over op de avondschool, waar hij ‘technisch schetsen’ doceerde. Op zondagochtend gaf hij les in zijn atelier (eind jaren twintig). Tot zijn leerlingen behoorde ook zijn jongere neef Toon Heijmans die hij opleidde voor de lagere akte tekenen. Ze signeerden hun werk verschillend; het werk van Toon is voorzien van de signatuur “A. Heijmans” of “Heijmans”, zelf tekende hij altijd met “Ant. Heymans”.Vanaf 1916 was hij bevriend met Dorus Arts en Theo Deckers. Hij trok vaak met hen op om gezamenlijk buiten te werken zoals bij de Hatertse en de Overasseltse vennen. Met zijn boezemvriend Arts was hij bijna elk weekend op pad in de regio. Zijn themakeuze was romantisch maar de uitwerking natuurgetrouw tot in detail. Hij was gebiologeerd door stofuitdrukking.Na de oorlog was er grote vraag naar goede schilderijen. Omdat er een gebrek aan linnen was, werd er veel geschilderd op zachtboard. Evenals de Plasmolense schilders, verkocht Heijmans veel via de Nijmeegse kunsthandel Rembrandt.Hij had hij veel contacten met vooraanstaande kunstenaars, zoals Isaac Israëls (1865-
Bronnen: Antoon Heijmans / 1974; Schilderachtig toerisme / 2002; Regiodiek 74; Grenssteen 42; Scheen;
Dorus Arts / 1999; Jacobs / 2003; Scharten
Genre en techniek
Schetsen, schilderijen, tekeningen, aquarellen en kalligrafie; landschappen, stadsgezichten en stillevens; hij bleek een topografisch schilder; de spaarzame mensen in het werk zijn niet meer dan stoffering
“Toon was meer dan schilder en docent, hij was tevens een erkend heraldicus en een gedegen onderzoeker van oude molens, boerderijen en hun geheimzinnige huistekens. En tot aan het einde van zijn leven heeft hij zich vrijwel dagelijks in de kunstgeschiedenis verdiept. Op dit terrein bezat hij een kennis, steunend op een ingeboren intuïtie, waarin weinigen hem evenaarden.” (Peter Sliepenbeek in Antoon Heijmans / 1974)
Exposities in de regio
Behalve deelname aan kunstmarkten exposeerde hij altijd in groepsverband
Kolpingsaal Kleve 1928 (groep); Kunstzaal Den Deyl Breda 1947; Museum De Waag Nijmegen 1958; Kunsthandel Theunissen Nijmegen 1974 (solo); Commanderie van Sint Jan Nijmegen 1993 (groep)